De route op afstand verkennen |
Dag 1. Sneeuwvelden
11 uur in de ochtend. We zijn net vanuit Nederland aangekomen en we zitten op station Haugestol te wachten op de trein naar Finse. Het zonnetje schijnt en een gezonde spanning gaat door onze lijven. Gaan we het halen en zal het weer meevallen? Hebben we genoeg voedsel en warme kleding mee? Op het station probeert Sebastian nog wat verloren slaap in te halen als gevolg van een nacht doorrijden en dat gaat hem goed af. De rest probeert nog gebruik te maken van een openbare toilet.
De trein rijdt het station binnen. We stappen in een leeg treinstel en de spanning neemt toe. Nu gaat het echt beginnen. Iets waar we ons al maanden op hebben voorbereid. Binnen een half uur arriveren we al in Finse, waar we uit de trein stappen, onze rugzakken ophangen en zo goed als mogelijk afstellen. Nog even een laatste blik op de beschaving werpen en dan vertrekken we. Bovenlangs het meer. Tijdens de voorbereidingen al zo vaak op Google Maps bekeken en daardoor lijkt het net of we op bekend terrein lopen. Finse is duidelijk populair bij fietsers, want we zien de eerste kilometers veel fietsers en moeten regelmatig aan de kant om ruimte te maken.
Doordat we een nacht hebben doorgereden, willen we vandaag een korte etappe maken om daarna op tijd te kunnen slapen. Nog geen kilometer gelopen begint het licht te regenen en zodra we onder het spoor door lopen, trekken we onze regenhoezen over onze rugzakken. We nemen nog een slok water en lopen weer verder. De regen houdt al snel weer op. We steken nog een keer het spoor over en daarmee zijn we nu definitief voor een aantal dagen uit de bewoonde wereld. Het tempo zit er al goed in en al gauw komen we bij de eerste brug over een wilde waterval.
We bereiken de eerste sneeuwvelden, waardoor de route ook al minder duidelijk wordt. Bij het vermijden van een, op het oog gevaarlijke passage door een groot sneeuwveld, raken we de route kwijt. We twijfelen of we wel de juiste route lopen en of we misschien niet gewoon door het dal hadden moeten lopen. Onze wandelkaart blijkt niet duidelijk genoeg (1:100.000) en helpt ons niet veel verder. We kunnen kiezen, een ongemarkeerde afdaling over gladde stenen of terug. Een uur later besluiten we terug te lopen tot de laatste steenman die we gezien hebben. Dit blijkt de juiste keuze, want bij de laatste steenman zien we opeens het pad lopen. We steken een groot sneeuwveld over en aangezien ik stokken mee heb, loop ik voor en probeer ik zo goed mogelijk goede voetstappen in de sneeuw te maken voor de mensen achter mij zonder stokken.
Eén van de vele sneeuwvelden die we passeren |
We passeren nog vele sneeuwvelden waarbij je bij een misstap op z’n minst een nat en ijskoud pak overhoudt. Gelukkig blijven we allemaal op onze benen staan en houden we er geen natte kleding aan over. Totdat het weer begint te regenen. Een aantal van ons trekt een regenbroek aan, anderen hebben geen regenbroek mee of moeten eerst schoenen uittrekken om een regenbroek aan te kunnen doen. Zo hard lijkt het niet te regenen. De geplande korte etappe voor vandaag wordt toch wat langer, aangezien we nergens een geschikte plek vinden om een tent neer te kunnen zetten en omdat het toch regent.
Helaas blijkt de lichte regen toch voor natte broeken te zorgen en al gauw ben ik tot mijn onderbroek nat geregend. De harde en koude wind maakt het gevoelsmatig behoorlijk fris. De pauzes worden beperkt en ingekort om op temperatuur te blijven. En uiteindelijk vinden we een mooie plek aan een meertje vol met ijsschotsen. Helaas staat er veel wind, dus het opzetten van de tentjes is een vervelend en vooral koud klusje. Een aantal van ons duikt direct zijn tent in om warm te worden. Ik wil eerst nog mijn dagrantsoen opeten. Dat scheelt gewicht in mijn rugzak en geeft me hopelijk voldoende energie om mezelf warm te kunnen stoken.
Klappertandend duik ik mijn tent en warme slaapzak in. Het duurt minstens een uur voor ik weer op temperatuur ben, maar daarna val ik in slaap. ’s Nachts word ik nog regelmatig wakker van geklapper van de tent en vallende regen dat op mijn tentdoek klettert.
Onze eerste nacht slapen we naast ijsschotsen |
Dag 2. Omleiding
Na een nachtje redelijk goed geslapen te hebben, worden we op tijd wakker. We eten allemaal een ontbijtje (dat voor mij uit alleen een zakje fruitkeks bestaat) en pakken de tenten en rugzak weer in. Ook vandaag passeren we weer veel sneeuwvelden.
Onderweg komen we een aantal mensen tegen die aangeeft dat de route die we vandaag willen volgen afgesloten is door een overstroming. Er zijn mensen geweest die de route wel genomen hebben en zij zaten tot hun middel in het water. Er is een omleiding uitgestippeld en deze zou gemarkeerd zijn met rood/witte lintjes. Wanneer we even later bij de onbemande hut Rembesdalster aankomen, vinden we daar een kaartje die de omleiding aangeeft. We nemen een extra lange pauze en de wc (houten plank met gat erin) wordt door een aantal van ons goed gebruikt.
We vervolgen onze tocht en moeten eerst een stuk teruglopen totdat we de markering met rood/witte linten zien. Eenmaal op de route van de omleiding blijkt de route goed gemarkeerd te zijn en Telkens wanneer we bij een lintje komen, zien we de volgende, al moeten we regelmatig goed kijken om te zien welke richting we op moeten. De omleiding lijkt al een lange tijd te bestaan, want het is duidelijk te zien dat dit pad regelmatig en al een langere tijd in gebruik is. Er komt wat mist opzetten, waardoor de markeringen minder zichtbaar zijn.
Mist dat het zoeken naar markeringen wat bemoeilijkt |
Het pad lijkt bij een snel stromende rivier dood te lopen. Een steile afgrond leidt naar een half ingestorte sneeuwbrug. Daarachter staat een steenmannetje. Ik gooi een dikke steen op de sneeuwbrug en hij blijkt niet in te storten. Gaan we erover of steken we de rivier over? We kiezen de meest veilige route en die loopt niet over de bijna ingestorte sneeuwbrug. Erik en Sebastian beginnen al snel met het bouwen van een dam waarmee we de rivier over kunnen steken. Op wat gespetter en veel bijna-valpartijen na, verloopt de bouw van de begaanbare oversteek voorspoedig. Erik bereikt als eerste de overkant. Al snel volgt de rest van de groep als een kudde schapen de overkant. Weer een obstakel overwonnen.
We steken de dam van het Remdesdalvatnet over en moeten vervolgens weer aan een flinke klim beginnen. Kennelijk heeft het de afgelopen dagen of weken veelvuldig geregend, want het pad is door een overschot aan water veranderd in een nat en blubberig pad. Door deze natte omgeving in combinatie met een windvrije omgeving, zijn er ook veel muggen die ons goed weten te vinden zodra we even uitrusten om te kijken hoe het pad verder loopt en wanneer we weer op het oorspronkelijke pad zijn beland. De muggen zorgen er voor dat we de pauzes kort houden. En dat is nodig, want we moeten weer een plek zoeken waar we de tenten op kunnen zetten en daarvoor willen we eerst de modderige omgeving achter ons hebben.
Uiteindelijk vinden we een geschikte plek tussen de sneeuwvelden met uitzicht op grazende schapen. We zetten onze tenten op en laten ons het eten goed smaken. Als toetje nemen we een paar slokjes whisky. Hierdoor kunnen we warm onze tenten in.
Dag 3. Zon
De nacht verloopt rustig, al hadden we allemaal last van een glijbaan in de tent doordat de ondergrond niet helemaal horizontaal was. Sommigen hebben zich de hele nacht vast moeten klampen aan hun matje om niet hun tent uit te glijden.
Het ontbijt en inpakken van de rugzakken verloopt spoedig en al snel zijn we weer op pad. Donnie heeft inmiddels besloten om na deze etappe af te haken en daarom plannen we voor vandaag door te lopen tot vlak voor de rijksweg 7 (die ons uiteindelijk weer terug naar Haugestol moet brengen) in de buurt van een bemande hut Liseth.
Na niet al te lange tijd worden we al snel verrast door een prachtige blik op een wolkendek dat beneden ons in het dal boven de Hardangerfjord hangt. We besluiten gebruik te maken van dit prachtige uitzicht en lassen een pauze in. De zon geeft steeds meer warmte en er kunnen wat kledinglagen uitgetrokken worden om optimaal te kunnen genieten.
Een zonnige lunch met uitzicht op het wolkendek boven de Hardangerfjord |
Het landschap wordt een stuk minder grillig dan het landschap in de buurt van Finse. Dit is meer het landschap dat we van te voren hadden verwacht. De hele etappe verloopt voorspoedig en al snel zien we in de verte een aantal kleine vakantiewoningen opdoemen. Tijd om een kampeerplek te zoeken. Die vinden we uiteindelijk snel. Het zonnetje schijnt nog en Patrick, Erik en Sebastian duiken direct in een stromend beekje nadat alle tenten opgezet zijn. We blijven helaas niet voor lange tijd alleen. De muggen weten ons gelijk te vinden. Gelukkig liggen er hier en daar wat takjes en ligt er veel mos. Daarmee maken we een kampuur in de hoop dat we hiermee de muggen kunnen verdrijven. Dat lijkt te werken zolang je vol in de rook blijft staan. Stinken doen we toch wel.
Het avondeten rond het kampvuur smaakt weer goed |
De tenten staan weer mooi horizontaal en dat komt ten goede aan de nachtrust. Doordat we deze nacht vrij laag liggen, is het duidelijk warmer dan de voorgaande 2 nachten.
Dag 4. Natte voeten
Ondanks de warme nacht, slapen we goed. En zodra we beginnen met de etappe van vandaag, zien we hoe dicht we bij de huizen hebben geslapen. Na nog geen half uur lopen bereiken we de weg. Vlakbij de bemande hut Liseth laten we Donnie achter die daar op de bus wil stappen naar Haugestol om vervolgens met 1 van de auto’s en al onze schone kleding op het eindpunt op ons gaat wachten. Prima geregeld zo!
De etappe loopt een stuk langs de weg en dat stuk had een stuk korter kunnen zijn als we beter hadden opgelet. Helaas moeten we dus nog een extra stuk over de weg lopen om de gemiste afslag alsnog te nemen. Even later begint het weer te regenen. De regen past perfect in ons plan om af te zien, maar toch begint de regen wat vervelend te worden. We besluiten bij een onbemande hut om de laatste 3 etappes in 2 dagen te lopen.
De regen verdwijnt, de blubberige paden helaas niet. Springend van steen naar steen vervolgen we onze route. Helaas blijven de schoenen niet droog doordat we de hele dag door lage struiken struinen. En al snel voel ik dat ik met mijn voeten in een plasje water in de schoenen sta. Klotsend lopen we zo lang mogelijk door om de laatste etappe van morgen zo kort mogelijk te maken.
Van de regen worden we niet echt nat, van de natte struiken wel |
Het loopt tegen zeven uur wanneer het harder begint te regenen en ook harder begint te waaien. Het zoeken van een geschikte tentplek wordt door de moerassige ondergrond en regen en wind bemoeilijkt. We vinden een plek waar we snel onze tenten opzetten. Uiteindelijk eten we allemaal in de tent. De laatste restjes whisky en rum gaan op en enigszins opgewarmd vallen we in de regen in slaap.
Dag 5. Wind in de rug
De nacht verloopt onrustig met veel wind en bijbehorend geklapper van tentdoek. Mijn tent had ik door de harde wind, kou en regen niet helemaal goed opgezet, waardoor mijn binnentent regelmatig tegen mijn buitentent kwam tijdens de vele windvlagen. Daardoor vielen er regelmatig druppels op mijn hoofd tijdens de nacht. Dit komt de nachtrust niet ten goede. Ondanks het lawaai val ik nog vlak voor de afgesproken tijd om op te staan in slaap. Toch nog even lekker geslapen.
Met schone en droge sokken stap ik in mijn nog erg natte schoenen. De droge sokken zijn dan ook niet lang droog. Met veel wind breken we het kamp op. Het is nog droog, maar door de harde wind is het wel erg koud.
Enorme windstoten zorgen er voor dat mijn benen regelmatig als een soort windvanger fungeren waardoor ik regelmatig moeite heb om te blijven staan en op het pad te blijven. Mijn stokken die bedoeld waren voor extra stabiliteit waaien alle kanten op waardoor ik een aantal keer bijna struikel over mijn eigen stokken. Maar, we hebben tenminste wind in de rug. Of beter gezegd, storm in de rug. Want volgens onze schattingen zou het minstens windkracht 9 zijn. Schattingen die enigszins gebaseerd zijn op bestaande theorieën: hoge schuimkoppen op de meren, watervallen die verticaal omhoog stromen en het feit dat je als volwassene niet stil op één plek stil kon blijven staan.
Ondanks of dankzij de wind in de rug, bereiken we vrij snel de bemande hut Stavili. Vanaf hier is het nog maar 14 kilometer naar ons eindpunt Kinsarvik. De wind wordt minder en de zon laat zich weer zien. En daar zijn we erg blij mee, want de afdaling blijkt voor een groot deel over grote schuine rotsvelden te lopen en die rotsen waren met een droge ondergrond al regelmatig verraderlijk glad met een aantal valpartijen en heel veel bijna-valpartijen tot gevolg.
Na de afdaling lijkt de storm te gaan liggen |
We krijgen nog prachtige watervallen en een mooi pad door een bos. Uiteindelijk komen we terecht op een grindweg. Ons eindpunt is bereikt. Denken we. De grindweg loopt nog enkele kilometers verder totdat we eindelijk een paar auto’s op een parkeerplaats zien staan. Ik bel Donnie zodat hij ons op kan pikken op de parkeerplaats. We nemen een grote blokhut op de camping in Kinsarvik en
Afzien
We wilden afzien en het is afzien geworden, maar dan wel voornamelijk door de regen en harde wind die we gehad hebben. De tocht zelf was prima te doen en zeker in vergelijking tot de huttentochten van voorgaande jaren waren de wandelingen een stuk eenvoudiger. We hadden dan wel meer gewicht op onze rug, maar de geringe hoeveelheid hoogtemeters en de regelmatige afwisseling tussen stijgen en dalen, maakten de tocht een stuk eenvoudiger.
Hoewel we weinig zon hebben gehad, hebben we nooit eerder zo extreem kunnen genieten van de zonnestralen. Daar kan geen zonnige vakantiebestemming tegen op.
Genieten van de eerste zonnestralen |
Een goede GoreTex regenbroek met een ritssluiting van boven tot onder staat inmiddels op de lijst om aangeschaft te worden. Verder voldeed alles wat ik mee had. Ik had iets teveel eten mee, maar vind het toch prettig dat ik niet te weinig had. Qua kleding had ik misschien 1 wollen shirt minder mee kunnen nemen.
En voor de mensen die liever de beelden zien, hebben we een film van de hele tocht gemaakt. Deze hebben we online geplaatst: